Bepaalt de instellingen voor het huidige project. De naam van het project wordt weergegeven in de titelbalk.
Projectnaam
Identificeert het onderdeel in het Windows-register en in het Objectenoverzicht. Deze naam moet uniek zijn.
De projectnaam is de naam van de typebibliotheek voor het onderdeel. De typebibliotheek, of TypeLib, bevat de beschrijving van de objecten en interfaces die door het onderdeel worden geleverd.
De projectnaam wordt ook gebruikt om de namen van klassen aan te geven. Een combinatie van een projectnaam en een klassennaam wordt soms ook wel een volledig gekwalificeerde klassennaam of een programmagebonden id genoemd. De volledig gekwalificeerde klassennaam kan nodig zijn om een object te herkennen als behorende tot het onderdeel.
Help-bestandsnaam
Toont de naam van het Help-bestand bij het project.
Projectbeschrijving
De beschrijvende tekst die wordt weergegeven in het deelvenster Beschrijving onder in het Objectenoverzicht.
Context-id in project-Help
Toont de context-id voor het Help-onderwerp dat moet worden opgeroepen wanneer de gebruiker de knop selecteert terwijl in het Objectenoverzicht de objectbibliotheek van de toepassing is geselecteerd.
Projectbeschrijving
De beschrijvende tekst die wordt weergegeven in het deelvenster Beschrijving onder in het Objectenoverzicht.
U kunt deze beschrijving als beschrijving voor ActiveX-onderdelen gebruiken. Als u een ActiveX-besturingselement maakt, is het de tekst die in het dialoogvenster Onderdelen verschijnt.
Als u een ActiveX.dll of ActiveX.exe maakt, verschijnt deze tekst in het dialoogvenster Verwijzingen.
Argumenten voor voorwaardelijk compileren
Geeft een overzicht van de constante declaraties weer die voor voorwaardelijk compileren worden gebruikt.